vandenberg-dinxterveen.nl

Branches

Onze stamvader

We beginnen dit overzicht met Tije Harms Bult. Tije Harms Bult was de bewoner van Den Berg (de Bult) in de 2e helft van de 16e eeuw. Hij was al overleden in 1594. Zijn naam leefde nog eeuwen voort in de naam van een weiland: het Thij Bults-erve. Deze naam zien we bijvoorbeeld als Trijntje Klaas, weduwe van Klaas van den Berg, haar eigendommen opgeeft in 1793.

 

Van Tije Bult weten we, dat hij 3 (schoon)zonen heeft: Thijs Thijs Bult, Peter Thijs Bult en Jan Klunder.

De broers Bult

Diverse keren komen we de broers Peter Bult en Thijs Bult samen tegen in de archieven. De naam Thijs Bult(s) komen we tot in de 18e eeuw tegen. Thijs Bult huwde met Cleijssien en hun oudste zoon heette ook weer Thijs Bult. De naam Van den Berg ben ik in combinatie met Thijs nog niet tegengekomen.

 

Peter Bult is geboren rond 1570 en is zeer waarschijnlijk de voorvader van de Van den Berg-families. Hij was getrouwd met Hendrikje en wordt nog vermeld in het oud archief van Wanneperveen in 1631. De naam P(i)eter zien we veel terug onder de Van den Berg-en.

 

Bakker en Van den Berg

Ook het beroep van bakker werd uitgeoefend
Ook het beroep van bakker werd uitgeoefend

Een dochter van Peter en Hendrikje Bult, we weten haar voornaam niet, trouwde ergens in de jaren 1630 met Klaas Klaassen, geboren begin 1600 op het erve Bakker in Kolderveen. Klaas Klaassen en zijn vrouw woonden ruim 40 jaar op het erve Den Berg.

Per 1 mei 1678 kochten dochter Geesje Klaas van den Berg en haar man Klaas Lamberts de broers en zusters uit. Vermoedelijk was Klaas Klaassen kort daarvoor overleden.

De toen levende kinderen waren:

1. Peter Klaassen Bakker, gehuwd met Hilligje Bartelds.

Zijn dochter Annigje is vermoedelijk de stammoeder van de Van den Berg-familie uit Zwartsluis. Zijn zoon Gerrit zette de Bakker-familie voort. Zoon Klaas is de stamvader van de familie Netel (familienaam afkomstig van Hilligje Bartelds?)

2. Albert Klaassen Bakker, niet lang daarna overleden, in 1682. De broers en zusters hebben met hun kinderen Albert bijna allemaal vernoemd, zodat de voornaam Albert in de familie is gebleven.

3. Klaas Klaassen Bakker, gehuwd met Marrigje Lamberts, waarschijnlijk een zus van Klaas Lamberts (zie boven). Klaas en Marrigje hadden zelf weer een zoon Klaas Klaassen Bakker, die zich ook wel Van den Berg liet noemen.

4. Marrigje Klaas Bakker, gehuwd met Jan Harms, moeder van Stijntje Jans (1675) en Barteld Jans (1679). Wie weet iets van deze familie??

5. Harmen Klaassen van den Berg, de eerste die de naam Van den Berg consequent als achternaam voert en stamvader van de Wanneperveense tak. Hij was gehuwd met Jentje van Ootmarsum, inderdaad van origine uit Twente afkomstig.

6. Geesje Klaas van den Berg, nam met haar man Klaas Lamberts de Van den Berg-boerderij over. Zij werden stamouders van een grote familie Van den Berg, via zoon Lambert de Genemuiden-tak en via zoon Klaas de Dinxterveense tak.

De akte waaruit dit alles naar voren komt - en die we kennen omdat er door de neven van de Wanneperveense tak en de Dinxterveense tak een rechtszaak over gevoerd is (1729) - staat in de Mediatheek.

 

 

 

 

Zwartsluis-tak, nakomelingen van Jacob Jans en Annigje Peters

De haven van Zwartsluis
De haven van Zwartsluis

Annigje Peters was de dochter van Peter Klaas Bakker. Ze huwde met Jacob Jans uit Baarlo, bij Zwartsluis (zie op het kaartje in het tabblad "Geschiedenis"). Hun zoon Peter Jacobs (1709-1790) noemt zich consequent Van den Berg, mogelijk omdat hij genoemd was naar zijn opa Peter Bakker, die weer de kleinzoon was van Peter Bult. Peter Jacobs van den Berg, huwde met Reintje Jans van den Berg, die hoorde tot het gezin van Alte Harms van den Berg en Hendrikje Mattheusdr Rooseboom. Of Alte de vader was, is echter zeer de vraag, omdat hij niet is vernoemd en de naam Jan (Janna) wel wordt vernoemd. Was Hendrikje Rooseboom eerst met een Jan getrouwd, en hertrouwde ze later Alte? Peter Jacobs trouwde in feite met zijn achternicht, wat in de 17e eeuw heel gewoon was: "neef en nicht vrijt licht" en zo bleven de bezittingen nog een beetje bij elkaar.

 

Peter Jacobs van den Berg en Reintje Jans kregen maar liefst 13 kinderen.

1. Janna van den Berg (1735-1811), huwde Jan Meinen van der Hoek

2. Hendrikje van den Berg (1737-?)

3. Annigje van den Berg (1739-1793), huwde Koert Hendriks van Veen

4. Catrina van den Berg (1741-?)

5. Jakob van den Berg (1742-?)

6. Hilligje van den Berg  (1744-?), huwde Dirk Tuiteman, woonden in Amsterdam

7. Jan van den Berg (1746-?)

8. Mattheus van den Berg  (1747-1817), zette de familienaam voort

9. Grietje van den Berg (1749-1823), huwde Hendrik Visscher

10. Reingje van den Berg  (1751-1778)

11. Willemtien van den Berg (1753-?)

12. Teunis van den Berg (1755-?)

13. Willem van den Berg (1758-1839), zette de familienaam voort, heeft vele nakomelingen

 

In ieder geval twee zonen werden zetten de familienaam Van den Berg voort: Mattheus van den Berg, schipper, gehuwd met Lammigje Kaper en de jongste zoon Willem van den Berg, scheepstimmerman, gehuwd met Hendrikje van Ruynen.

 

Wanneperveen-tak, nakomelingen van Harmen van den Berg en Jentje van Ootmarsum

Het schultehuis in Wanneperveen (gebouwd in 1612)
Het schultehuis in Wanneperveen (gebouwd in 1612)

Harmen Klaassen van den Berg ontleende zijn voornaam waarschijnlijk aan de vader van Tije Harms. Het is daarom niet vreemd, dat juist hij zich als eerste consequent Van den Berg noemde.

Harmen Klaassen van den Berg woonde niet op Den Berg. Hij woonde eerst op Dinxterveen, verhuisde later naar Wanneperveen en keerde daarna terug naar Dinxterveen. In 1680 was Harmen de belastingontvanger van Wanneperveen. Tussen 1688 en 1691 was hij diaken van de kerk in Wanneperveen en van 1701 tot 1706 diaken van de kerk in Kolderveen. Ergens rond 1720 is hij overleden, hij is zeker wel 75 jaar geworden.

Hij was gehuwd met Jentje van Ootmarsum.

Hun kinderen waren:

1. Klaas Harms van den Berg

2. Peter Harms van den Berg

3. Albert "Alte" Harms van den Berg

Alle 3 zonen zetten de familienaam voort.

 

Klaas van den Berg "van Ootmarsum" had 1 zoon, Gerhardus, die de stamvader werd van de Friese familie Van den Berg in Nijehaske. Rond Heerenveen kwam halverwege de 18e eeuw de vervening op, waar deze in Wanneperveen achteruitging. Gerhardus had ook 2 zussen: Albertdina, gehuwd met Gerrit Wichers Kuiper en Helena, gehuwd met Jan Tissink, verwalter-schout van de Heerlijkheid De Eese.

 

Peter Harms van den Berg was boer, handelaar en ook.. muzikant. In 1748 werd hij vermaand door de kerkenraad, vanwege zijn "vioolspel op marktdagen". Op die dagen zal hij wel vrolijke muziek hebben gespeeld. Peter van den Berg was van de vermaning niet gediend. Hij vertelde de ouderlingen wat hij ervan vond en dat deed hij niet heel tactisch. Vervolgens werd hij van het Heilig Avondmaal afgehouden. Of het later is bijgelegd, blijkt niet uit de archieven. Peter Harms had 1 zoon, Dirk, ook een koopman, en 2 zussen, Femmigje, gehuwd met de prominente Dinxterveense boer Roelof Freriks Hoorn, en Jentje, gehuwd met Wilhelmus ten Zwege, kleinzoon van de Wanneperveense dominee Volkerus ten Zwege (predikant van 1662 tot 1673). Dirk van den Berg stierf jong maar had via zijn zoon Willem van den Berg, schipper, koopman en ook nog representant voor Overijssel in zijn sterfjaar 1795, een talrijk nageslacht met de achternaam Van den Berg.

 

Albert "Alte" Harms van den Berg trouwde 3 keer, de naam van de eerste echtgenote kennen we niet, de tweede was Femmigje Steenbergen, afkomstig uit De Havixhorst bij De Wijk en de derde was Hendrikje Rooseboom (ook voorouder van de Zwartsluis-tak), afkomstig uit Vollenhove.

Dochters waren Jannetje, gehuwd met Jan de Vries, Annigje, gehuwd met Volker Jans, Jentje, gehuwd met Geert Jans Westenbrink, Gesina, gehuwd met Hendrik Roos, Reintje, van de Zwartsluis-tak, Hilligje, gehuwd met Jan Lucas van der Veen, en Aaltje, gehuwd met Jan Bartelds Driessen (is dit de zoon van Barteld Jans ?? zie bij "Bakker en Van den Berg"). Een aantal dochters en schoonzonen vertrokken naar Amsterdam.

De oudste zoon was Klaas van den Berg (bijnaam: "Van Ootmarsum" om hem van zijn neef Klaas Klaassen van den Berg te onderscheiden), gehuwd met Petertje Cornelis Neeve. Hieruit geen nageslacht.

De tweede zoon was Hendrik Alberts van den Berg, gehuwd met Jentje Heinen. Vraag: zijn hiervan nakomelingen bekend?

De jongste zoon was Harmen Klaassen van den Berg, gehuwd met zijn achternicht Gesina van den Berg. De naam Harmen Klaassen is een zogenaamd "versteend patroniem". Eigenljk zou hij Harmen Alberts moeten heten, maar de naam is inclusief patroniem overgenomen van de grootvader. Harmen en Gesina kochten net als neef Gerhardus ook stukken veenland bij Heerenveen, maar zij en hun 5 dochters migreerden niet en bleven zelf op Dinxterveen wonen. Nakomelingen van dit gezin hadden de achternamen Thomas, Keizer en Van Urk. Ook de naamgever van het kerkenpad naar de kerk van Kolderveen (Thijs van Urk) is één van de nakomelingen.

 

Genemuiden-tak, nakomelingen van Lambert van den Berg en Hilligje Alberts

Lambert van den Berg was in 1732 getuige in de Westerkerk (Amsterdam)
Lambert van den Berg was in 1732 getuige in de Westerkerk (Amsterdam)

De oudste zoon van Klaas Lamberts en Geesje Klaas van den Berg was

Lambert Klaassen van den Berg, gehuwd met Hilligje Alberts uit Meppel.

Lambert en Hilligje waren boer op het voorouderlijke erve Den Berg en kregen samen 5 kinderen. Berend en Wessel stierven jong. De andere kinderen waren:

1. Klaas Lamberts van den Berg, gehuwd met zijn achternicht Elisabeth Klaas Bakker. Zij waren de laatste bewoners van de oude boerderij, die in 1748 afbrandde. Het echtpaar verloor hun kinderen jong en stierf kinderloos.'

2. Lummetje van den Berg, gehuwd met Tijmen Dircks, schipper en koopman uit Blokzijl en met hem woonachtig in Amsterdam. Het echtpaar had ook nog bezittingen in de kop van Overijssel, waarover oom Klaas Klaassen van den Berg het beheer voerde. Lummetje en Tijmen kregen in Amsterdam 2 zonen en 4 dochters, maar die trouwden pas op latere leeftijd en kleinkinderen kwamen er niet.

3. Albert Lamberts van den Berg. Albert verkocht in 1755 zijn bezittingen in Dinxterveen aan zijn neven en vertrok naar Genemuiden, waar hij land had geërfd van zijn tante Elisabeth, die gehuwd was geweest met de genemuidense boer, kleermaker en wethouder Hendrik Wychers Visscher. Hij trouwde met Trijntje Jacobs Wildeboer uit Baarlo, bij Zwartsluis, en samen werden ze de stamouders van een omvangrijke Van den Berg-familie, de "Genemuiden-tak".

Lambert Klaassen van den Berg en zijn vrouw Hilligje waren op 31 october 1732 als getuigen aanwezig in de Westerkerk in Amsterdam bij de doop van hun eerste kleindochter Hilletje Tijmens. In het jaar daarop is Lambert vermoedelijk overleden.

 

Kinderen van Albert en Trijntje, kleinkinderen van Lambert en Hilligje, waren:

1. Lambert van den Berg , boer in Baarlo, op het land geërfd van zijn moeders familie. Lambert van den Berg huwde Hilligje van Veen uit Zwartsluis, kreeg met haar 2 dochters en heeft uitgebreid nageslacht in Kuinre en Zwartsluis.

2. Femmigje, gehuwd met Hendrik Heutink, koopman in Genemuiden.

3. Jacob van den Berg, schippersknecht in Kampen en Genemuiden, gehuwd met Janna Zonnenberg. Zij zijn stamouders van een omvangrijk nageslacht Van den Berg in Genemuiden en in de Verenigde Staten van Amerika, zie verderop bij de Johannes-tak, de Albert-tak en de Berend-tak.

4. Jan van den Berg, schipper "schuitevoerder", in 1796 in Amsterdam gehuwd met Geertje Dirks. Daarbij was getuige zijn nicht Hilletje Tijmens (dochter van tante Lummetje), woonachtig in de Wieringerstraat in Amsterdam.

5. Geesje, jong weduwe geworden van Cornelis Nijboer en daarna hertrouwd met Jacob Roeland.

6. Berend van den Berg, vernoemd naar zijn jong overleden oom, boer en koopman in Genemuiden, gehuwd met Hilligje Heutink, zette de familienaam Van den Berg voort, zie verderop bij de Berend-tak.

7. Hilligje, huwt Jan Mager, boer en gerechtsdienaar te Genemuiden.

8. Lummigje, vernoemd naar de tante, gehuwd met Willem Bennink, arbeider in Genemuiden.

 

Dinxterveen-tak, nakomelingen van Klaas Klaassen van den Berg en Annigje Westenbrink

Dat Klaas Klaassen van den Berg (1674-1758) een groot nageslacht zou krijgen, was lange tijd niet waarschijnlijk. Want hij was ongetrouwd en woonde met zijn moeder Geesje en zijn eveneens ongetrouwde broer Albert op de ouderlijke boerderij. Hun vader was rond 1694 al overleden en na die tijd regelde Klaas het papierwerk in de huishouding, waaronder de betalingen die ze nog steeds aan de familieleden moesten doen omdat het ouderlijke erf Den Berg nog altijd niet helemaal was afbetaald. Op zijn 21e (in 1696) deed Klaas belijdenis en in 1709 werd hij benoemd tot diaken in de kerk van Kolderveen. Als bakker, die ook langs de huizen ging om brood te venten, was hij al gewend om de financiën bij te houden. Samen met zijn broer deed hij dan ook nog de boerderij. Op enig moment kwam de getrouwde broer Lambert met zijn gezin (zie de Genemuiden-tak) op de boerderij en ging Klaas met zijn moeder en broer op het erve wonen dat voorheen eigendom was geweest van Willem Leonards en Margareta van Renoy. Deze boerderij zou tot 1938 in de Van den Berg-familie blijven.

In 1725 trouwde de al 50-jarige Klaas alsnog: met Annigje Jans Westenbrink, een boerendochter uit Zuidveen, 32 jaar en dus 18 jaar jonger dan Klaas. Het echtpaar zou 3 kinderen krijgen. Vermoedelijk is Annigje tijdens de 3e bevalling, of in ieder geval niet veel later, overleden.

De 3 kinderen waren:

1. Lutien, geb. 1727, vermoedelijk gehandicapt (zij krijgt enkele keren extra legaten), voor 1762 overleden.

2. Gesina (1728-1780), gehuwd met achterneef Harmen van den Berg (zie de Wanneperveense-tak).

3. Klaas (1731-1781).

De oude Klaas van den Berg was een prominente inwoner van Dinxterveen. Hij kocht en verkocht veel land, voerde regelmatig rechtzaken, inde de belastingen, stelde bijvoorbeeld ook mede de volkstelling van 1748 op, fungeerde als volmacht (vertegenwoordiger) van het schoutambt Wanneperveen, waar hij ook regelmatig als keurnoot optreedt. Hij was de enige boer in Wanneperveen die 4 paarden hield (meeste boeren hielden er 1 of 2). In 1748 wordt Klaas bij de volkstelling vermeld met zijn kinderen, zijn broer Albert en inwonend 1 knecht (Roelof Jans) en 1 dienstmeid (Trijntje Jacobs, de vrouw die later trouwt met neef Albert Lamberts??).

Tot op hoge leeftijd was hij actief. De laatste vermelding van een onroerend-goed-transactie is van 1756. Klaas is dan bijna 82 jaar.

Zoon Klaas (1731) was minder actief. Hij komt wel met enkele transacties in de archieven voor (we hebben een handgeschreven akte van hem) en in december 1770 wordt hij wel benoemd tot diaken, maar het blijft bij 1 termijn. Het gaat daarna minder en in 1778 wordt hij zelfs onder curatele geplaatst, op verzoek van zijn vrouw Trijntje Klaas Netel (een achternicht, nakomeling van Peter Klaas Bakker) en van zijn zwager Harmen van den Berg. De financiële situatie is op dat moment niet slecht, want alle schulden zijn afbetaald. Klaas werd echter krankzinning verklaard, hij was niet meer in staat zijn zaken te behartigen. Mogelijk had hij een ziekte, al op 8 juni 1781 overlijdt hij. Weduwe Trijntje betaalt op 14 juni 1781 bij de begrafenis voor het gebruik van "het zwarte laken".

Klaas en Trijntje hadden 3 dochters en een zoon, die opnieuw Klaas Klaassen van den Berg Sr heette (1771-1843). De laatstgenoemde Klaas heeft voor veel nageslacht gezorgd. Hij had 12 kinderen, 7 bij zijn eerste vrouw (Roelofje Roelofs van der Kolk) en 5 bij zijn tweede vrouw (Jentje Apperlo).

Drie zonen zetten de familienaam voort: zie verderop bij Klaas van den Berg (Nederlands/Amerikaanse-tak), Klaas van den Berg jentieszoon (Jentieszoon-tak) en Pieter van den Berg (Pieter-tak).

Ook van Klaas Klaassen van den Berg Sr zijn veel archiefstukken. Hij was actief in de burgerlijke gemeente (zo nam hij in 1812 zitting in de commissie tot verbetering van het onderwijs in Wanneperveen), en in de kerkelijke gemeente bleef zijn naam niet onbesproken. Een jaar nadat zijn vrouw was overleden verwekte hij een kind bij zijn dienstbode Jentje Apperlo (Klaas jentieszoon) maar dat was geen reden voor hem om te trouwen, ook niet na vermaan door de kerkeraad. Er werd nog een dochter geboren (Jentje) voordat het echtpaar alsnog trouwde, in 1819. Toen pas mochten de kinderen worden gedoopt. Toch was Klaas (1771-1843) een gelovig man. Hij was actief in de Afscheiding en in 1835 werd in zijn huis de Gereformeerde kerk van Wanneperveen geinstitueerd door de bekende ds. Hendrik de Cock van Ulrum. 

Toen Klaas in 1843 stierf, waren al zijn 12 kinderen in leven. Twee dagen voor het overlijden werd een testament gemaakt, bij het ziekbed van Klaas, waarin de kinderen uit het tweede huwelijk de kinderen uit het eerste huwelijk uitkochten voor een bedrag van 5.500 guldens.  

 

 

Johannes-tak, nakomelingen van Johannes van den Berg en Aagte Jager

Sijmon van den Berg en Aaltje Kaper in 1926
Sijmon van den Berg en Aaltje Kaper in 1926

Johannes van den Berg, geboren in Kampen begin 1789, was de zoon van Janna Zonneberg. Bij het huwelijk van Janna met Jacob van den Berg (van de Genemuiden-tak) werd hij gewettigd.

Johannes van den Berg groeide op in Genemuiden en oefende het beroep van voerman uit. Zijn kinderen werden visser, mogelijk was Johannes zelf ook al een visser. Samen met zijn vrouw Aagte Jager kreeg hij 9 kinderen, waarvan er 5 op jonge leeftijd stierven. Zijn vier zonen zorgden echter voor een aanzienlijk nageslacht. Hun namen zijn:

1. Hendrik van den Berg (1812-1860), arbeider en visser, huwde met Janna Bos.

Zwolse Courant, 5-1-1860: Laatstleden maandag den tweeden January ging Hendrik van den Berg uit Genemuiden met zijn zoontje Jochem in een punter met botervaten naar de weekmarkt te Kampen. Maar des avonds werden beiden levenloos in hunne woning teruggebracht. Op hunnen terugtocht was de schuit door eenen rukwind omgeslagen en beiden vonden in de Nieuwe Wetering, in de polder van Mastenbroek, hunnen dood. 

2. Pieter van den Berg (1814-1891), arbeider, later koopman en visroker (bokkingroker), huwde met Jennigje Bos. Zie voor hun zoon Sijmon de foto rechtsboven (met dank aan wijlen Tijmen van den Berg, uit Genemuiden)

3. Klaas van den Berg (1822-1868), voerman (net als zijn vader), huwde in Vollenhove met Albertje Edelenbos.

4. Barteld van den Berg (1829-1903), matter (typerend beroep voor Genemuiden, leidde later tot de tapijtindustrie), huwde Maria Bakker.

Albert-tak, nakomelingen van Albert van den Berg en Grietje Verhoek

Albert van den Berg, vernoemd naar zijn grootvader Van den Berg, was een zoon van Jacob van den Berg en Janna Zonneberg, en daarmee de broer van Johannes van den Berg, de voerman.

Ook Albert van den Berg woonde in Genemuiden, hij was eerst schipper, en later koopman van beroep. In 1824 huwde hij Grietje Verhoek, de dochter van een winkelier.

Samen kregen ze 3 zonen en 3 dochters:

1. Jacob van den Berg (1825-1836), werd slechts 11 jaar oud.

2. Harm Gijsbert van den Berg (1828-1914), huwde Jennigje van der Haar, emigreerden in 1865 naar Michigan, USA. De jongere kinderen werden daar geboren. Eerst was Harm (Harry, of Herman) arbeider, later had hij een grocery store. Meer over deze familie is te vinden bij het tabblad "International".

3. Johannes van den Berg (1831-1907), veeboer in Genemuiden, huwde Arendje Fuite.

4. Geertje van den Berg (1834-1916), huwde (1) Hendrik van den Berg, huwde (2) Jan Willems van den Berg, veeboer, voorzover bekend ware beide echtgenoten geen familie.

5. Johanna Jacoba van den Berg (1839-1927), huwde Hermannus Reuijl, winkelier.

6. Jacoba van den Berg (1844-1912), huwde Jan Wessels Kuiper, schipper.

 

Berend-tak, nakomelingen van Berend van den Berg en Hilligje Heutink

Net als zijn broer Jacob van den Berg, behoorde ook Berend van den Berg tot de Genemuiden-tak van de familie. Berend (1767-1840) was in Genemuiden veeboer en winkelier. Hij huwde ook een Genemuidense, namelijk Hilligje Heutink.

Hun kinderen waren:

1. Trijntje van den Berg (1808-1887, huwde (1) Helmich Visscher, koopman in Genemuiden, huwde (2) Jan van Dalfsen, gemeente-ontvanger in Genemuiden.

2. Jan van den Berg (1810-1876), veeboer en waagmeester, huwde Janna Assink, zette de familienaam voort.

3. Femmigje van den Berg (1812-1840), huwde Jan Kerkhof, veeboer.

4. Albert van den Berg (1814-1814), stierf als baby.

5. Annigje van den Berg (1815-1883), huwde Hendrikus van der Steeg, timmerman in Genemuiden.

6. Lummigje van den Berg (1817-1902), huwde Jan Willem Blom, afkomstig uit Wageningen, schoenmaker in Genemuiden.

7. Geesje van den Berg (1818-1900), huwde Gosuinus van Asselt, bakker in Grafhorst.

Nederlands/Amerikaanse tak, nakomelingen van Klaas van den Berg en Elisabeth van der Kolk

Klaas van den Berg (1821-1899) emigreerde in 1870 naar Michigan, 14 jaar na zijn ouders en jongere broers/zus
Klaas van den Berg (1821-1899) emigreerde in 1870 naar Michigan, 14 jaar na zijn ouders en jongere broers/zus

Klaas van den Berg (1797-1882) was de oudste zoon van Klaas van den Berg Sr. en Roelofje van der Kolk. Nadat zijn moeder overleden was in 1814, kreeg zijn vader een relatie met Jentje Apperlo. In dezelfde periode kreeg ook Klaas Jr een relatie, met zijn achternichtje Elisabeth van der Kolk. Ze raakte zwanger van hem en in 1816 werd een dochter geboren, Roelofje, die echter als baby overleed. Net als zijn vader trouwde Klaas Jr niet en bleef hij ongehuwd met Elisabeth samenwonen, ook toen het 2e kind (Egbert) geboren was. Na veel druk van de kerkenraad trouwden Klaas en Elisabeth in 1819 alsnog. Op eerste kerstdag werd Egbert, al 2 jaar oud, alsnog gedoopt.

De grootvader van de kleine Egbert, schoonvader Egbert van der Kolk, woonde in het huis van Willem van den Berg (zie Wanneperveense tak) omdat hij na diens overlijden in 1795 was hertrouwd met de weduwe, Geesje Harms. Elisabeth was hun enige dochter. In 1821 kregen Klaas en Elisabeth het huis van hun (schoon)vader officieel op naam, waarbij wel werd vastgelegd dat Egbert in de kamer aan de zijkant van het huis mocht blijven wonen en dat de schuur ("de timmerwinkel") en de bijenkorven (met de bijenvolken) het eigendom van Egbert van der Kolk bleven.

Klaas en Elisabeth kregen een groot gezin, maar het huis was ook groot, zodat de grote kamer zelfs dienst kon doen als café, wat ook blijkt uit de rechtzaak die Egbert van der Kolk voerde met de leverancier van de brandewijn, Jalink in Steenwijk. In diezelfde kamer nodigde Klaas vanaf begin 1835 de Meppeler boekverkoper Jesse Boddenga uit om daar godsdienstige bijeenkomsten te houden. Boddenga was toen een rondreizende evangelist; op 13 februari 1835 sprak hij voor het huis van Van den Berg een grote menigte toe. Klaas van den Berg had eind 1834 samen met ouderling Hendrik Hoorn de kerk van Kolderveen verlaten, omdat hij het niet eens was met de prediking. Nadat er diverse keren proces-verbaal was opgemaakt, stuurde burgemeester Kaempff een brief naar de gouverneur om 20 soldaten in te kwartieren bij de afgescheidenen ("boetes hebben geen zin, ze houden een collecte en zullen dan gezamenlijk betalen"). Soldaten worden niet gestuurd, maar de Officier van Justitie begint een onderzoek en op 7 mei 1835 moet Van den Berg samen met Barteld Wildeboer en Jacob Ellen voorkomen in Zwolle. Er volgde vrijspraak. De officier ging in hoger beroep, maar ook in Arnhem gingen de beklaagden op 1 augustus 1835 vrijuit. Op 24 november werd de afgescheiden (gereformeerde) kerk in Wanneperveen geinstitueerd door ds De Cock uit Ulrum. Hoorn wordt bevestigd als ouderling, Van den Berg als diaken.

In 1844 overlijdt Egbert van der Kolk (78 jaar) en een paar jaar later, in 1847, verkopen Klaas en Elisabeth hun erve in Wanneperveen en vertrekken zij met hun gezin naar Smilde, waar ze een boerderij kopen niet ver van de Leembrug, aan de weg van Smilde naar Appelscha. Alleen de getrouwde kinderen, Egbert en Geesje, gaan niet mee. Op 3 maart 1856 verkopen ze vervolgens al hun bezittingen in Smilde, met uitzondering van het huis dat vanaf dat jaar wordt verhuurd. Aan de officiële instanties wordt niets opgegeven, maar Klaas en Elisabeth emigreren dat voorjaar met hun zonen Roelof, Hendrikus, de gehandicapte Jacob en dochter Jentje naar de staat Michigan. De inwonende dochter Elisabeth wil niet mee. Zoon Klaas is dan al gehuwd en neemt de financiële afwikkeling in Smilde waar, maar in 1870 emigreert hij ook, net als dochter Trijntje.

Klaas en Elisabeth hebben niet veel geld, werken in Amerika voorzover dat kan en worden ondersteund door hun kinderen. Zij wonen uiteindelijk samen nog 25 jaar in Fillmore, Michigan. Hendrikus (Henry) wordt boer en Roelof wordt melkboer in/bij de stad Holland, Michigan. Beiden worden in 1863 opgeroepen voor de Amerikaanse burgeroorlog, maar dienst hoeven ze niet te doen. Jentje is dan al getrouwd met Jan Hendrick Spitsbergen, die een mooie boerderij heeft in Zeeland, Michigan. Zij zullen vele jaren later Elisabeth verzorgen na het overlijden van Klaas. Elisabeth zit dan al in een rolstoel, maar ontkomt aan de brand die het huis in 1886 in de as ligt. Ze zal het nieuwe huis nog zien, voordat ze in het voorjaar van 1887 overlijdt, bijna 90 jaar oud.

Kinderen van dat echtpaar zijn:

1. Roelofje van den Berg (1816), als baby overleden;

2. Egbert van den Berg (1817-1883), eerst boer, later arbeider, huwt Femmigje Bloemberg, zetten de familienaam voort, Nederlandse tak;

3. Roelofjen van den Berg (1820-1858), huwde Lambert Dik, timmerman in Smilde, nageslacht in Nederland en in de Verenigde Staten;

4. Klaas van den Berg (1821-1899), veeboer en koopman, huwde Trijntje Koens, dochter van timmerman Jans Koens (emigreerde op 80-jarige leeftijd nog mee in 1870), talrijk nageslacht in de Verenigde Staten, zetten ook de familienaam voort;

5. Geesje van den Berg (1823-1881), huwde Jan Alberts Baas, schipper, nageslacht in Nederland;

6. Trijntje van den Berg (1825-ca. 1873), huwde Jan Hummel, arbeider in Haulerwijk; nageslacht in de Verenigde Staten;

7. Hendrikus van den Berg (1827-1882), veeboer, huwde (1) Willemina Smith, afkomstig uit Hattem, hieruit nageslacht in de Verenigde Staten, zetten de familienaam voort, huwde (2) Geertruida Dijkhuis;

8. Roelof van den Berg (1829-1884), melkboer/zuivelhandelaar, huwde Babette Neuschwanger, afkomstig uit Beuron (D), hieruit nageslacht in de Verenigde Staten;

9. Jacob van den Berg (1831-na 1881), was verstandelijk gehandicapt (syndroom van Down?);

10. Elizabeth van den Berg (1833-1917), huwde Pieter Buisman, schipper, afkomstig uit Blokzijl, nageslacht in Nederland;

11. Jentje van den Berg (1837-1897), huwde Jan Hendrick Spitsbergen, boer in Zeeland Michigan, nageslacht in de Verenigde Staten.

 

  

Jentieszoon-tak, nakomelingen van Klaas van den Berg en Jentje Klomp

Klaas van den Berg (1815-1846), zoon van Klaas van den Berg en Jentje Apperlo, wordt in Wanneperveen "jentieszoon" genoemd om hem te onderscheiden van zijn 18-jaar-oudere halfbroer Klaas van den Berg. Bij de instelling van de afgescheiden (gereformeerde) kerk in het ouderlijk huis in november 1835, duwde de jonge Klaas (20 jaar) de veldwachter in eerste instantie buiten de deur zodat deze niet meteen polshoogte kon nemen van hoe de situatie was. Een aantal mensen verlieten snel de woning, voordat de veldwachter alsnog proces verbaal opmaakte. Verder is niet veel van de jonge Klaas bekend. In 1839 huwde hij met Jentien Klomp (1812-1892) uit Nijeveen. Ze kregen samen 4 kinderen, waarvan er 2 jong stierven. Klaas van den Berg jentieszoon overleed zelf al op 8 april 1846, om 04.00 uur 's morgens, op de leeftijd van slechts 30 jaar.

De kinderen van Klaas en Jentien waren:

1. Hendrik van den Berg (1839-1917), veeboer in Wanneperveen, later Kolderveen, huwde Hilligje Woldman, zetten de familienaam voort;

2. Jentien van den Berg (1841-1932), huwde Roelof van 't Ende, veeboer in Kolderveen;

3. Grietje van den Berg (1844-1846);

4. Klaasje van den Berg (1845-1852).

 

Hendrik van den Berg en Hilligje Woldman hadden de volgende kinderen:

1. Klaas van den Berg (1865-1942), veeboer in Ruinerweide, huwde Grietje van Rossum;

2. Jentien van den Berg (1870-1938), huwde Hendrik Wildeboer, veeboer in Wanneperveen;

3. Jacoba van den Berg (1875-1891);

4. Jacob van den Berg (1877-1954), veeboer aan de Ruinerdijk, huwde Johanna Drost;

5. Klaasje van den Berg (1880-1964), huwde Hendrik Been, woonden in Nijeveen;

6. Grietje van den Berg (1882-1956), huwde Hendrik Akse, afkomstig uit Dwingeloo, woonden in Nijeveen.

 

Weet er iemand meer over deze families? Reageer in het gastenboek..

Pieter-tak, nakomelingen van Pieter van den Berg en Roelofje Keizer

Gezin van Klaas van den Berg en Jantje de Jonge, in Glanerbrug
Gezin van Klaas van den Berg en Jantje de Jonge, in Glanerbrug

Pieter van den Berg was de jongste van 12 kinderen. Hij werd geboren in het jaar van de watersnoodramp (1825). Zijn vader was toen al 54 jaar. Toen Pieter 18 was stierf zijn vader. Op het sterfbed was eerst nog het testament gemaakt, waarbij de langjarige vriend van de familie, ouderling Hendrik Roelofs Hoorn, als getuige optrad. Pieter kocht met zijn broers en zusters de halfbroers en -zusters uit voor fl 5500. Uiteindelijk zou Pieter de boerderij erven, omdat broers Klaas (30) en Dominicus (32) jong stierven. Jentje (1817-1898) bleef haar hele leven ongetrouwd en Elizabeth (1822-1905) verliet de boerderij in 1860 om in Zwartsluis te trouwen met Evert Horselenberg.  Pieter was toen al ruim een jaar getrouwd met Roelofje Keizer. Ze zouden hun hele leven op de ouderlijke boerderij blijven. Na het overljden van Pieter werd de boerderij verhuurd, en niet verkocht. Pas in 1938 werd het bezit te gelde gemaakt.

De kinderen van Pieter en Roelofje waren:

1. Klaas van den Berg (1859-1937), huwde Jantje de Jonge. Zij waren boer en winkelier in Dinxterveen (en Klaas zat ook in de gemeenteraad van Wanneperveen), totdat ze in 1900 vertrokken naar Glanerbrug, gemeente Losser, in Twente. Klaas was daar diaken in de Gereformeerde Kerk. Klaas en Jantje kregen een talrijk nageslacht;

2. Hilligje van den Berg (1861-1931), was ongehuwd;

3. Jentje van den Berg (1863-1913), huwde Albert Rodermond, woonden in Wanneperveen;

4. Lambert van den Berg (1865-1944), veeboer, huwde Jansje Drost, was o.a. oprichter van de School met de Bijbel in Wanneperveen;

5. Dominicus van den Berg (1867-1956), tolgaarder, huwde Hendrikje van Rossum, woonden in Steenwijkerwold, zetten de familienaam voort; 

6. Johanna van den Berg (1870-1890), was ongehuwd;

7. Roelof van den Berg (1872-1953), veeboer en winkelier, woonde tegenover het Urkerpad in Dinxterveen, was bestuurslid van de Coop Raiffeissenbank en de Coop Zuivelfabriek, huwde Zwaantje Drost, mutsenmaakster, hadden geen kinderen;

8. Elisabeth van den Berg (1875-1904), was ongehuwd;

9. Geuchien van den Berg (1877-1924), veeboer, huwde Hendrikje Courtz, woonden eerst in Nijeveen en later in Alteveer, zetten de familienaam voort;

10. Jantje van den Berg (1880-1928), huwde Jan Smit, bleven wonen in Dinxterveen/Wanneperveen.

Friese tak, nakomelingen van Gerhardus van den Berg en Reingje Abels Rooseboom

Zie eerst boven bij de Wanneperveen-tak.

Vanaf 1750 nam de vervening in Wanneperveen af, waar deze rond Heerenveen juist in belang toenam. In deze tijd kochten vele inwoners van Noord-West-Overijssel stukken grond in het Haskerland en vertrokken dan ook om in Friesland te gaan wonen.

Ook de zonen van vervener Gerhardus van den Berg, de oudste Klaas en de jongste Abel, deden dit.

 

Abel(e) van den Berg (1742-1818) huwde op 14 januari 1776 in Heerenveen met Duike Fokerts, afkomstig uit Nijehaske.

Hun kinderen waren:

1. Gerardus Abeles van den Berg (1778-1859), huwde Durkje Pieters de Vries, woonden in De Haske (Heerenveen), zetten de familienaam voort;

2. Folkert Abeles van den Berg (1782-1853), huwde Geesje Jongschaap, woonden later in Wolvega, zettten de familienaam voort;

3. Jan Abeles van den Berg (1785-1826), huwde Tjitske de Haas, hieruit nageslacht, woonden in Schoterland;

4. Klaas Abeles van den Berg (1788-1840), huwde Jitske Douwes Hagenaar, woonden in Oldeboorn, nageslacht in Nederland en in de Verenigde Staten;

5. Martzen Abeles van den Berg (1791-1820), huwde Hendrik Durks van den Berg, woonden in Ureterp, hieruit nageslacht;

6. Ynze Abeles van den Berg (1793-1847), huwde (1) Tamke Kroiter, huwde (2) Jantje Klazes de Vries, woonden in Aengwirden, geen nageslacht bekend.

 

Wie weet meer over deze families? Reageer in het gastenboek..